Magnetic resonance imaging (MRI) is zowel in de humane als de veterinaire geneeskunde een ideale onderzoekstechniek om peri- en intra-articulaire weke delen structuren in beeld te brengen. Dankzij het sensitief karakter van MRI zijn subtiele veranderingen in het beenmerg (oa. botoedeem ) (Fig. 1) vast te stellen. MRI kan als techniek toegepast worden op alle gewrichten van zowel voorpoot als achterpoot van honden en katten. Schouder, elleboog en knie zijn de meest gevisualiseerde gewrichten op MRI in de veterinaire geneeskunde.
Pathologie van de schouder is bij de hond één van de meest voorkomende oorzaken van mankheid van de voorpoot. MRI wordt dan gebruikt om afwijkingen t.h.v. de biceps (o.a. biceps tendinitis, partiële of volledige ruptuur van de bicepspees), supraspinatus (Fig. 2), infraspinatus en subscapularis pezen, de mediale en laterale ligamenten en een inklemming (impingement) van de bicepspees in beeld te brengen.
Kenmerkend voor deze afwijkingen zijn: zwelling en abnormaal hoog signaal in de pezen en ligamenten, en een toename van het gewrichtsvocht in de peesschede van de biceps of het scapulohumeraal gewricht zelf. Intra-articulair contrast is een meerwaarde voor het opsporen van avulsies van de pees, scheuren van pezen en ligamenten of om de bestaande ruimte tussen de biceps en de supraspinatus in beeld te brengen bij een verdachte inklemming.
Tevens is MRI ook van toepassing om de uitbreiding van een weke delen of botproces zoals een infectie of neoplasie te detecteren.
Gezien het klein en complex karakter van het ellebooggewricht, en het uiterst dun kraakbeenoppervlak van de humerus, radius en ulna is MRI minder geschikt voor afwijkingen t.h.v. dit gewricht. Daar staat tegenover dat MRI dan weer de meest sensitieve techniek voor de visualisatie van flexorpathologieën (Fig. 3) is.
Dit geldt ook wat de beoordeling van intra-articulaire structuren van de knie betreft. Met MRI kunnen craniale en caudale gekruiste banden, menisci, laterale ligamenten, het volume aan gewrichtsvocht, infrapatellair vet en het kraakbeenoppervlakte in beeld gebracht worden. Menisci kunnen met MRI (opnieuw door het sensitief karakter) op een niet-invasieve manier gevisualiseerd worden. Een scheur van de meniscus (Fig. 4) is zichtbaar als een abnormaal hoog signaal dat tot het articulair oppervlakte loopt in de normale donkere meniscus. Ligamenteuze letsels van de knie presenteren zich eveneens als een abnormaal hoog signaal en een abnormaal verloop van het ligament.
MRI is daardoor een excellente methode om partiële of volledige rupturen van de gekruiste banden (Fig. 5) te evalueren.
Andere indicaties voor MRI zijn o.a. inflammatie van het gewricht, degeneratieve articulaire letsels, subchondrale botcysten, spierpathologiëen en neoplasie (Fig. 6) in de knieregio en het gewrichtskapsel. MRI-arthrografie verbetert in dit gewricht ook de visualisatie van de intra-articulaire structuren.
Interessante literatuur:
Murphy S.E., Ballegeer E.A., Forrest L.J. et al. Magnetic Resonance Imaging Findings in Dogs with Confirmed Shoulder Pathology. Vet Surg 2008; 37:631-638.
Marino D.J., Loughin C.A. Diagnostic Imaging of the canine stifle: a review. Vet Surg 2010; 39:284-295.
Cook C.R., Cook J.L. Diagnositic Imaging of canine elbow dysplasia: a review. Vet Surg 2009; 38:144-153.
de Bakker E., Gielen I., Kromhout K., van Bree H., Van Ryssen B. Magnetic resonance imaging of primary and concomitant flexor enthesopathy in the canine elbow. Vet Rad Ultrasound 2014; 55:56-62.